direct naar inhoud van Artikel 7 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Plan: De Zegge VII
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20090044-0003

Artikel 7 Leiding - Hoogspanningsverbinding

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding – Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. een bovengrondse hoogspanningsverbinding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - hoogspanningsverbinding';
  • b. het beheer en onderhoud van de verbinding;
  • c. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

7.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd :

7.2.1 . Bouwen overeenkomstig bestemming

In afwijking van het bepaalde bij de onderliggende bestemmingen (basisbestemmingen) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de bestemming 'Leiding – Hoogspanningsverbinding'.

7.2.2 . Gebouwen

Op of in de aangegeven leidingenzone mogen geen gebouwen worden gebouwd met uitzondering van gebouwen ten behoeve van het leidingbeheer.

Hiervoor gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van de gebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen mag maximaal 50 m² bedragen.
7.2.3 . Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2,00 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van hoogspanningsmasten mag ten hoogste 40 meter bedragen.
7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.3.1 . Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding -Hoogspanningsverbinding zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag, de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van hoog opgroeiende beplantingen en bomen;
  • b. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
7.3.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 7.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend, zoals in lid 7.2 bedoeld;
  • b. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.
7.3.3 . Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken en werkzaamheden, zoals in lid 7.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.

7.3.4 Advisering over de omgevingsvergunning

Alvorens over een omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of wordt voldaan aan het bepaalde in lid 7.3.3.