direct naar inhoud van Artikel 2 Wijze van meten
Plan: Franciscushof
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20090020-0003

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

1 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2 de afstand tot de (zijdelingse) bouwperceelgrens:

de afstand tussen de (zijdelingse) bouwperceelgrens en het dichtstbijzijnde punt van een bouwwerk;

3 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Niet meegerekend worden ondergeschikte delen van het vlak, zoals wolfseinden en dakkapellen en voor woningen maximaal één derde van de gezamenlijke goot- en boeibordlengten;

4 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

5 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

6 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

7 meten op de verbeelding:

op de verbeelding dient hart-op-hart van de grenzen te worden gemeten;

8 overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen:

bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,75 m bedraagt.