direct naar inhoud van Artikel 26 Waarde - Archeologische verwachtingswaarde
Plan: Raalte Kern
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20080002-0003

Artikel 26 Waarde - Archeologische verwachtingswaarde

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Waarde - Archeologische verwachtingswaarde ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen (basisbestemmingen), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de verwachte archeologische waarden.

26.2 Bouwregels

Op de voor ' Waarde - Archeologische verwachtingswaarde ' mag niet worden gebouwd.

26.2.1 Uitzondering

Het bepaalde in 26.2 is niet van toepassing op:

  • a. bouwprojecten met een grondbeslag van niet meer dan 100 m2;
  • b. activiteiten waarvoor geen bouwvergunning vereist is;
  • c. bouwprojecten waarvoor een reguliere bouwvergunning is verleend en waarbij een rapport is overlegd waarin de archeologische waarde van het terrein in voldoende mate is vastgesteld.
26.3 Ontheffing van de bouwregels
26.3.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 26.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de (basis)bestemming.

26.3.2 Toetsingscriteria

Een in 26.3.1 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat, hetgeen kan blijken uit een rapport waarin de archeologische waarde van het terrein in voldoende mate is vastgesteld alsmede een advies daaromtrent van de regionaal archeoloog.

26.4 Aanlegvergunning
26.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het verzetten van grond (afgraven, ophogen, vergraven, egaliseren, diepploegen, diepwoelen) op een diepte van meer dan 0,4 m onder maaiveld, een en ander voor zover geen vergunning vereist is in het kader van de Ontgrondingenwet;
  • b. de aanleg van drainage, ongeacht de diepte, tenzij het gaat om vervanging van reeds bestaande drainage;
  • c. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
  • d. het aanbrengen van verhardingen en/of verharde oppervlakten anders dan een bouwwerk;
  • e. het aanbrengen van ondergrondse leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. het beplanten van gronden met diepwortelende bomen en struiken.
26.4.2 Uitzonderingen op verbod

Het in 26.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. waarin de Monumentenwet 1988 voorziet;
  • d. ten dienste van de in 26.4.2 genoemde (bouw)werkzaamheden;
  • e. die archeologisch onderzoek betreffen;
  • f. die mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende aanleg-, kap- of

ontgrondingsvergunning.

26.4.3 Vergunningverlening

Een in 26.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken of werkzaamheden of door de direct of indirect te verwachten gevolgen daarvan geen bezwaar of nadeel ontstaat voor de bescherming van de archeologische waarden, hetgeen kan blijken uit een rapport waarin de archeologische waarde van het terrein in voldoende mate is vastgesteld.