direct naar inhoud van 7.1 Inspraak en overleg
Plan: Kiezebos III
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.00000012-0004

7.1 Inspraak en overleg

Het voorontwerp bestemmingsplan heeft van 11 juni 2009 tot en met 22 juli 2009 ter inzage gelegen. In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro is het plan digitaal verzonden aan verschillende instanties.

7.1.1 Overlegreacties

VROM-inspectie (ingekomen 10 augustus 2009, zie Overleg- en inspraakreacties)

Er is voor de VROM-inspectie geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.

Reactie gemeente

Dit wordt voor kennisgeving aangenomen.

Provincie Overijssel (ingekomen 17 augustus 2009, zie Overleg- en inspraakreacties )

In deze reactie wordt allereerst gewezen op het feit dat de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening op 1 juli is vastgesteld en dat de toelichting daarop gebaseerd moet zijn.

Vervolgens wordt geconstateerd dat dit plan is gebaseerd op de Structuurvisie Heino 2006-2020 en dat dit paste in het toen geldende provinciale beleid. Nu de Omgevingsvisie is vastgesteld, dient in het kader van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik deze ontwikkeling te worden onderbouwd door middel van de SER ladder.

In deze situatie kan niet worden gesproken van een bestaand bebouwd gebied, maar van een nieuwe stedelijke ontwikkeling en raakt een provinciaal belang.

Het thematische sturingsmodel geeft aan dat onderbouwing dient plaats te vinden op de thema's OF, WAAR en HOE.

Ten aanzien van de thema's OF en WAAR geeft het voorontwerp voldoende onderbouwing. Er is aanvulling noodzakelijk met betrekking tot het thema HOE (gebiedskenmerken).

Wanneer de gevraagde onderdelen in het ontwerpbestemmingsplan worden aangevuld dan is er voor de provincie geen aanleiding om in te grijpen in de verdere procedure.

Reactie gemeente

Met betrekking tot de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening wordt opgemerkt dat de toelichting op dit punt is aangevuld.

Ten aanzien van het aspect zuinig ruimtegebruik wordt in de Structuurvisie Heino 2006-2020 gemeld dat dat 50% van de woningbehoefte door middel van inbreiding wordt gerealiseerd. De andere 50% geschiedt door uitbreidingsplannen (bv. Kiezebos III).

De gemeente stimuleert inbreiding, maar is ook afhankelijk van derdenpartijen. Na gereedkomen van de brede school in Heino komt de Mariaschool bijvoorbeeld vrij voor woningbouw. Daarnaast zijn er nog locaties als Canadastraat/hoek Paalweg (betreft diverse winkelpanden, onder andere Broekenbrinkie, Dorpsstraat 44-46 - voormalige Peugotgarage van Dijk en brandweerkazerne - en Canadastraat 31 - Partijcentrum Heino - Boerenbrinkie, Van Dijk en Party Centrum. Deze zijn eigendom van een andere partij en hebben aangegeven dat de haalbaarheid problematisch is. Dit heeft onder meer te maken met het economische tij. Locatie De Haere kan pas worden ontwikkeld op het moment dat realisatie van het dorpshuis en de scholenbouw zijn gerealiseerd. Hieruit moet worden geconcludeerd dat het bouwen op de inbreidingslocaties in Heino zeer zeker onze aandacht heeft, maar mede vanwege de complexiteit en de huidige crisistijd het moeilijk is te komen tot definitieve uitvoering.

Verder is in de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan ingegaan op de gebiedskenmerken.

Veiligheidsregio IJsselland (ingekomen 11 augustus 2009, zie Overleg- en inspraakreacties)

De regionale commandant brandweer heeft inhoudelijk geen opmerkingen, maar adviseert ten behoeve van de nadere uitwerking van Kiezebos III voor verschillende onderdelen in overleg te treden met deskundigen op het gebied van ontsluitingswegen en bluswatervoorzieningen. Verder is overleg nodig met de plaatselijke brandweer.

Geconstateerd is dat eerder uitgebrachte adviezen in afdoende mate zijn overgenomen en dat er verder geen sprake is van nadere relevante externe veiligheidsaspecten.

Reactie gemeente

Er is kennis genomen van de gemaakte opmerkingen en de gemeente zal de uitgebrachte adviezen opvolgen.

Waterschap Groot Salland (ingekomen 3 juli 2009, zie Overleg- en inspraakreacties)

Het Waterschap verzoekt om waterstaatkundige doeleinden in de bestemming "verkeer" op te nemen.

Reactie gemeente

De bestemming "Verkeer - Verblijf" is hierop aangepast.

7.1.2 Inspraakreacties

dhr H.J.A. Overkamp (ingekomen 13 juli 2009, zie Overleg- en inspraakreacties)

Het is een goede zaak dat het plan ter inzage ligt. Wel de opmerking dat er te weinig bomen langs de straten zijn gepland. In een aantal wijken is eveneens te weinig groen en daarmee niet herkenbaar als een wijk van Heino, terwijl Heino een bomendorp is.

Er worden verschillende suggesties gedaan met betrekking tot de aanplant van meer bomen.

Verder is het wenselijk om een voetpad langs de Molenweg aan te leggen en in oostelijke richting door te trekken om later verder langs het schouwpad te realiseren.

Reactie gemeente

De hoofdweg in Kiezebos II (die aansluit op de weg in Kiezebos III) is alleen aan de westzijde beplant met bomen. In Kiezebos III zal deze lijn worden voortgezet om een eenheid te creëren. Aan de andere zijde van de weg komt een strook voor de ondergrondse infrastructuur (leidingen). Een combinatie van beide is niet mogelijk.

Op enkele plaatsen worden bomen aangegeven in privé tuinen hetgeen niet afdwingbaar is. Wel wordt in dit kader opgemerkt dat de bomen in het verkavelingsplan indicatief zijn en dus het aantal bomen nog kan toenemen. Dit houdt onder meer verband met de positie van de inritten. De beoogde bomen buiten het plangebied in Kiezebos II planten heeft de aandacht van de afdeling groen van de gemeente gehad. Na overleg is besloten om dit niet te doen. De aanwezige bomen in Kiezebos II zullen zich namelijk in voldoende mate ontwikkelen om het groene karakter van de wijk te waarborgen. Dit sluit tevens beter aan op het profiel van de doorgaande weg vanuit Kiezebos III.

In de plannen is geen voetpad opgenomen langs de Molenweg. Nu zou het pad nergens naar leiden. Wellicht dat dit in de toekomst aan de orde is. Hiervoor zijn ook gronden van andere partijen nodig, zoals de gronden die verderop langs Molenweg liggen. In dit stadium wordt daar derhalve van afgezien.

dhr V. Rosendal & mevr. Y. in 't Veld (ingekomen 14 juli 2009, zie Overleg- en inspraakreacties)

Er wordt aangegeven dat er veel te weinig aandacht is besteed aan de landschappelijke inpassing aan de kant van Lierderholthuis. Er wordt voorgesteld om bomen te planten of een groensingel aan te leggen. De voorkeur gaat uit naar voorkanten van woningen aan deze zijde in plaats van achterkanten die vaak rommelig zijn.

Reactie gemeente

Met betrekking tot de landschappelijke inpassing van de meest westelijke zone van Kiezebos II en III het volgende. Omdat het ontwikkelen van Kiezebos IV op korte termijn niet aan de orde is, is een landschappelijke inpassing van de zone gelegen tussen het buitengebied en Kiezebos II en Kiezebos III aan de orde. Het planten van een paar bomen is te kort door de bocht. Er zal een beplantingsplan worden opgesteld voor invulling van deze gronden om de landschappelijk inpassing/overgang te verbeteren.

Met betrekking tot de gronden ten oosten en zuiden van Molenweg 3 zal in beginsel zal er een uniforme afscheiding worden gerealiseerd, die begroeid is met klimop. De hoogte daarvan zal circa 2 meter bedragen, waardoor de eventuele verrommeling aan de achterzijde van de woningen aan het oog wordt onttrokken.

Ter informatie wordt gemeld dat de reactie aangaande het ontwerp-beeldkwaliteitsplan in een later stadium wordt beantwoord.

dhr Moorman & mevr Huijbers (ingekomen 17 juli 2009, zie Overleg- en inspraakreacties)

Allereerst wordt opgemerkt dat het als een gemiste kans wordt gezien dat de omwonenden niet bij de totstandkoming van het ontwerp zijn betrokken.

Verder bestaat de indruk dat voor wat de ruimtelijke kwaliteit betreft onvoldoende rekening is gehouden met het begrip ruimtelijke kwaliteit, zoals dat in de Omgevingsvisie en /- verordening is uitgewerkt. Gewezen wordt op de ruimtelijke gebiedskenmerken en de onderbouwing daarvan door middel van de 4 lagen-benadering, die in het voorontwerp ontbreekt. Er wordt bovendien gewezen op het onderzoek "rafels en randen" die door het Atelier Overijssel is uitgevoerd; dit met het doel om inhoud te geven aan de ruimtelijke kwaliteit aan de randen van het dorp Heino.

Er wordt verzocht om hier alsnog aandacht aan te besteden.

Reactie gemeente

De gemeente Raalte, Salland Wonen en Goldewijk bv hebben er uit oogpunt van efficiëntie voor gekozen om het ontwerp in het kader van de inspraak te presenteren en ieder de gelegenheid te bieden een reactie te geven. In dat stadium staan de plannen nog niet vast en zullen alle steekhoudende opmerkingen worden beoordeeld en mogelijk in het plan worden verwerkt. De gemeente is van mening dat op deze manier voldoende openheid naar de burgers is betracht.

Bij de start van de werkzaamheden van dit project was het beleid van het Streekplan 2000+ maatgevend. Nu de Omgevingsvisie en /-verordening uitgangspunt is, is daar de toelichting op aangepast.

Voor wat het onderzoek "rafels en randen" betreft merkt de gemeente op dat in het kader van de ontwikkeling van de iconen van Heino het gebied ten westen van Heino is aangemerkt als "wonen aan groen en water grenzend aan een nieuw netwerk van kampenpaden".

Bij de ontwikkeling van het ontwerp van Kiezebos III is er in die zin met deze randvoorwaarde rekening gehouden dat de richtingen uit het landschap zowel aan de oost- als aan de westzijde herkenbaar zijn verweven in de verkaveling.

Voor wat betreft de landschappelijke inpassing/overgang wordt verwezen naar de gemeentelijke reactie op de inspraakreactie van de heer Overkamp.

Ter hoogte van de woningen Gerstakker zijn parkeervoorzienigen gepland. Er is onvoldoende ruimte voor realisatie van groenvoorzieningen.

Ter informatie wordt gemeld dat de reactie aangaande het ontwerp-beeldkwaliteitsplan in een later stadium wordt beantwoord.

dhr Van der Veer (ingekomen 17 juli 2009, zie Overleg- en inspraakreacties)

  • 1. In het verleden is er aangedrongen op vroegtijdig overleg met de omwonenden, zodat meegedacht kon worden bij de ontwikkeling. Er wordt geconstateerd dat dit helaas niet is gebeurd. Verder wordt gewezen op de bebouwingsvoorschriften betreffende de woningen de Hilde 2 t/m 12, dit in relatie tot de beoogde bebouwing. Er wordt gewezen op de voorgeschreven kleur van de stenen en het dak, de bouwrichting en de beperking van de bouwmogelijkheden door toekenning van de bestemming "tuin". Deze voorwaarden zijn in het voorliggende plan terzijde geschoven. In het plan worden woningen gepland op 22 meter uit de Molenweg, veel dichter dan de bestaande woningen, waardoor een woning westelijk van de tuin nr. 16 is gedacht. Dit is ongewenst en onbegrijpelijk in relatie met het verleden.
    Reactie gemeente
    De gemeente Raalte, Salland Wonen en Goldewijk bv hebben er, zoals in de vorige reactie staat aangegeven, voor gekozen uit oogpunt van efficientie om de plannen in het kader van de inspraak te presenteren en iederen de gelegenheid te geven te kunnen reageren. De woningen gelegen tussen de Molenweg en de Hilde zijn uniek gesitueerd omdat ze aan de ene zijde grenzen aan de Molenweg en aan de andere zijde de voorkant hebben. Om deze reden is in het bestemmingsplan Kiezebos (vastgesteld op 16 febr. 1993) voor deze woningen gekozen om een extra diep 'bouwvlak hoofdgebouw met bijgebouwen' op te nemen. In het thans in procedure zijnde bestemmingsplan "Heino" is voor de woningen aan De Hilde een nog ruimer bouwvlak aangegeven, zodat er meer mogelijkheden bestaan voor het realiseren van bebouwing. Op dit moment is de situering van de woningen aan de Molenweg divers: woningen die gericht zijn op deze weg en andere zijn met de achterzijde naar de weg gekeerd. Momenteel wordt de entree aan deze zijde van Heino bepaald door achtergevels en afgeschermde tuinen. De gemeente is van mening dat het beter is om de de entree van het dorp vorm te geven door woningen die met de voorgevels zijn gericht op de Molenweg (op ruim 25 m). Aan nagenoeg alle zijden van Heino is dit het geval en is kenmerkend voor veel oudere dorpen.

  • 2. Met betrekking tot de opvang van water is in Kiezebos I en II gekozen voor vijverpartijen en nu voor wadi's. Dit levert een verslechterd beeld op. Bovendien zullen ze worden gebruikt als hondenuitlaatplaats en worden kanttekening geplaatst bij de staat van onderhoud van groen in de gemeente. In het plan ligt de wadi naast het perceel de Hilde 16 en grenst dus aan privéterrein. Dit is niet wenselijk, ook al omdat in veel gevallen in de gemeente een wadi grenst aan publiek domein.
    Reactie gemeente
    Wanneer gronden worden gebruikt op een wijze, die niet de bedoeling is zal handhaving aan de orde zijn.Voor de bepaling van het systeem van de waterhuishouding zijn verschillende deskundige partijen bij de advisering betrokken, zoals het Waterschap en het ingenieursbureau DHV. Samen met de gemeentelijke deskundigen is besloten een systeem met wadi's te gaan gebruiken. Dit heeft voornamelijk te maken met gewijzigde uitgangspunten van het Waterschap. Het "eigen water" moet in het plangebied worden opgevangen en vastgehouden. De omvang van het plangebied is zodanig dat het oppervlak/inhoud aan wadi's toereikend is om grotendeels aan deze voorwaarden te voldoen. Aangezien er nog sprake is van overcapaciteit in de vijvers van Kiezebos I/II wordt ook daar een klein deel opgevangen. Dit lijkt in strijd te zijn met het voornoemde principe van waterhuishouding, maar heeft de benodigde goedkeuring van het Waterschap. Een andere reden dat hier geen vijverpartijen zijn gebruikt, wordt ingegeven door het feit dat er geen doorstroming in het systeem kan worden gerealiseerd. Overigens wordt in overleg met de heer Van der Veer contact gezocht naar een oplossing omtrent de aansluiting van de wadi op zijn perceel.

  • 3. Tussen de Hilde en het plangebied is sprake van een fietspad, een wandelpad en de ontsluiting van twee woningen. Naast het feit dat dit als veel wordt ervaren bestaan er twijfels over de noodzaak daarvan en heeft geen toegevoegde waarde. Voorgesteld wordt de verbindingen te laten vervallen.
    Reactie gemeente
    Bij het ontwerpen van Kiezebos III is als uitgangspunt gehanteerd dat er ruimtelijk en functioneel aansluiting dient plaats te vinden bij de omliggende woonwijken. Ruimtelijk gezien komt dat tot uiting in de positionering van de bebouwing en richtingen daarvan. Bovendien wordt door de verbinding tussen de Tarweakker en de Molenweg de verkeerstructuur afgemaakt in dit deel van Kiezebos. Overigens geeft de naam van het plangebied (fase III) aan dat er sprake is van een samenhang met Kiezebos I en II. Dit uitgangspunt wordt verder nog versterkt door zoveel mogelijk aan te sluiten bij de bestaande infrastructuur. Om die reden zijn er woningen gepositioneerd langs de bestaande Tarweakker en in ondergeschikte mate aan de Hilde. De ontsluiting van twee woningen op de Hilde zal er dan ook toe bij dragen dat er sprake is van ruimtelijke samenhang. Uit het oogpunt van een goede verkeersafwikkeling is de langzaamverkeersverbinding ter hoogte van de Hilde 16 aangegeven. Allereerst is dit een logisch plaats voor deze verbinding, omdat de structuur van de Hilde wordt doorgezet. Bovendien is de Hilde een doorlopende straat. Uit oogpunt van externe veiligheid is dit een ongewenste situatie, wat voor de brandweer aanleiding is geweest om te eisen dat hier een doorsteek zou komen. Bij eventuele calamiteiten kan van deze verbinding gebruik worden gemaakt.

  • 4. De kavel naast de Hilde 16 zou in het beeldkwaliteitsplan in gebied "Langs de Molenweg" moeten komen, omdat dit beter aansluit bij de planologische eisen die in het verleden gesteld zijn. De bestemming dient dan "W1" te worden en het bijgebouw dient aan de westzijde van de woning te komen. Op die manier kan eveneens een deel van de weg worden gewijzigd in fietspad.
    Reactie gemeente
    In het beeldkwaliteitsplan is deelgebied 6 ("Langs de Molenweg") bedoeld voor de woningen die direct grenzen aan de Molenweg. De bedoelde woning grenst niet aan de Molenweg. Wèl zal de bestemming van deze woning gewijzigd worden van "W2" naar "W1". Het geplande fietspad zal in de verkaveling/ontwerp teruggelegd worden en het geplande bijgebouw aan de andere zijde van de woning, achterin de tuin worden gepositioneerd. Een bijgebouw mag niet in bestemming 'T' gebouwd worden en de plankaart/verbeelding/beeldkwaliteitsplan zal op dit onderdeel op elkaar worden afgestemd. Verder zullen de genoemde dwarsprofielen worden aangepast. Voor de goede orde merken we op dat de reacties op het beeldkwaliteitsplan tegelijkertijd worden beantwoord met het beantwoorden van de zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan. Deze plannen worden dan tegelijk aan de raad voorgelegd ter vaststelling.

dhr S. ter Laak (ingekomen 3 augustus 2009, zie Overleg- en inspraakreacties)

Er wordt opgemerkt dat op geen enkele wijze is gepoogd om direct omwonenden te betrekken bij de plannen. Daarbij komt bij dat de plannen anders zijn dan bij de bestaande wijken Kiezenbos I en II.

Verder zijn er in dit plan zogenaamde wadi's gepland voor het opvangen van regenwater. Waarom geen vijvers? De vrees bestaat dat hier honden worden uitgelaten en dat het een verzamelplaats van afval gaat worden.

Van de ontsluiting via de Hilde wordt het nut niet ingezien. Deze ontsluitingen naar de Hilde zal veel zwerfafval opleveren, zoals bij de ontsluiting de Wanne-de Heuvel/de Cingel.

Reactie gemeente

Met betrekking tot de opmerkingen over het betrekken van omwonenden bij de plannen alsmede de wadi's/ijvers en hondenuitlaatplaats voor afval wordt verwezen naar de gemeentelijke reactie op de inspraakreactie van de heer Van de Veer.

Dit geldt ook voor de opmerkingen aangaande de ontsluiting.

dhr. J.M.A. Schemkes (ingekomen 21 juli 2009, zie Overleg- en inspraakreacties)

  • 1. Allereerst wordt weergegeven wat de bestaande situatie is en dat de gemeente heeft aangegeven dat de bestemming agrarisch is en blijft.
    Reactie gemeente
    Met betrekking tot de toekomstige functie van het plangebied wordt verwezen naar de Structuurvisie van Heino (2006-2020). Daarin is deze locatie aangemerkt als toekomstige bebouwing en zoeklocatie woningbouw. Het betreft een vastgestelde structuurvisie en de locatiekeuze volgt daarmee het vastgestelde beleid. Van een toezegging tot handhaving van de agrarische functie van de gronden is in dit kader niets bekend.

  • 2. Er vindt aantasting van het woongenot met betrekking tot de volgende aspecten:
    • a. De privacy wordt ernstig geschaad door de toekomstige woningen, waarvan de achtertuinen direct grenzen aan het perceel van de fam. Schemkes.
    • b. Het uitzicht wordt aanzienlijk beperkt door de woningen, aangezien nu vrij uitzicht is over de landerijen en velden.
    • c. De rust en het woongenot worden aangetast door tuinen met recreërende gezinnen.
      Reactie gemeente
      Met betrekking tot de privacy wordt opgemerkt dat ontegenzeggelijk sprake zal zijn van toename van woningbouw, maar dat het bestaande perceel zodanig met winterblijvend groen is ingeplant dat van onacceptabele aantasting van de privacy geen sprake is.
      Dat het uitzicht veranderd wordt onderschreven, maar is het directe gevolg van de locatiekeuze in de structuurvisie. Dat toekomstige bewoners ook gebruik gaan maken van hun achtertuin is een vanzelfsprekende zaak, maar zal geen onredelijke afbreuk doen aan het woongenot van de bewoners van het aangrenzende perceel.

      Ten aanzien van de begrenzing wordt opgemerkt dat de vrees bestaat dat doordat er nu geen fysieke begrenzing is aangegeven dit perceel als uitloop van de nieuwe percelen wordt gezien. Eveneens is onderhoud nodig van de groenvoorzieningen op het perceel van de fam. Schemkes. Daarvoor dient ruimte gereserveerd te worden. Verder wordt opgemerkt dat door de beoogde woningbouw sprake is van verstening van het buitengebied, wat in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.
      Reactie gemeente
      Voor wat de begrenzing betreft is in het ontwerp uitgegaan van een degelijke afscherming van 2 m hoog, die is begroeid met klimop. Van "grensoverschrijdende" activiteiten zal dan ook geen sprake zijn. Op deze manier blijft er ook voldoende ruimte over voor fam. Schemkes om hun erfbeplanting te kunnen onderhouden. Vermeldenswaardig is het feit dat er een voorstel bij de fam. Schemkes ligt om 1 meter van de uit te geven grond, om niet, aan hen over te dragen en tevens een 2 meter hoog hek te plaatsen en in te beplanten met klimop. Het ontwikkelen van Kiezebos IV is op korte termijn niet aan de orde. Daarom is een landschappelijke inpassing van de zone gelegen tussen het buitengebied en de meest westelijke zijde van Kiezebos II en Kiezebos III aan de orde. Er zal een beplantingsplan worden opgesteld voor invulling van deze gronden om de landschappelijk inpassing/overgang te verbeteren. het voorstel dat aan de fam. Schemkes is gedaan zal hierbij worden betrokken. Met betrekking tot de opmerking over strijdigheid met een goede ruimtelijk ordening wordt allereerst aangegeven dat in de Woonvisie van de gemeente een woningbehoefte van 200 woningen staat vermeld.Verder is in de Structuurvisie Heino 2006-2020 voor de periode tot 2020 gemeld dat 50% van de woningbehoefte door middel van inbreiding wordt gerealiseerd. De andere 50% geschiedt door uitbreidingsplannen (bv. Kiezebos III). De gemeente stimuleert inbreiding, maar is ook afhankelijk van derdenpartijen. Verwezen wordt naar de gemeentelijke reactie op de overlegreactie van de provincie.
  • 3. Er wordt aangegeven dat zonder twijfel sprake zal zijn van een waardevermindering van de woning. Een planschadeclaim is onvermijdelijk en kan de financiële haalbaarheid van het plan aantasten. Bovendien bestaat er twijfel over het aantal woningen van deze aard en omvang in een tijd van financiële crisis.
    Reactie gemeente
    Ten aanzien van de opmerking omtrent de vermeende waardevermindering wordt gewezen op de mogelijkheden die artikel 6 van de Wet ruimtelijke ordening op dit punt biedt.
  • 4. Er wordt voorgesteld om een afdoende zonering tussen het erf van de bestaande woning en de nieuwbouw te creëren, zodat de privacy en de rust zoveel mogelijk wordt gewaarborgd.
    Reactie gemeente
    De toezegging met betrekking tot het onderzoek naar de landschappelijke inpassing en het eerder genoemde voorstel dat bij de fam. Schemkes ligt maken duidelijk dat er geen aanleiding bestaat het plan op de overig genoemde punten aan te passen.