Plan: | Kiezebos III |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0177.00000012-0004 |
Groen
Deze bestemming laat in hoofdzaak groen- en speelvoorzieningen toe en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en routes voor langzaam verkeer.
Tuin
Op de gronden met deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouw zijnde met een hoogte van 1 meter worden gebouwd.
Verkeer - Verblijf
Binnen deze verkeersbestemming zijn ook voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, alsmede parkeer- en groenvoorzieningen realiseerbaar. De bestemming richt zich met name op het verkeer.
Wonen - 1, Wonen - 2, Wonen - 3
Het plan kent een drietal woonbestemmingen. Binnen de woonbestemmingen is aangegeven welk woningtype is toegestaan, vrijstaande, twee-aan-eengebouwde, aan-eengebouwde en of gestapelde woningen. Het verschil in toekennen van de bestemmingstypen (1, 2 of 3) hangt samen met de toegestane goot- en bouwhoogtes van de hoofdgebouwen. De bepalingen ten aanzien van de situering en ten aanzien van de aan- en bijgebouwen zijn gelijk. Aan huis verbonden beroepen en bedrijven zijn toegestaan. Het gaat om beroepen die wegens hun aard als passend binnen de woonfunctie worden geacht. Dit betekent ook, dat sprake dient te zijn van ondergeschiktheid aan de woonfunctie. Andere bedrijvigheid past niet zomaar, hiervoor is dus een afzonderlijke regeling vereist. De specifieke gebruiksregels geven weer wanneer een gebruik als aan huis verbonden beroep of bedrijf in overeenstemming met de bestemming wordt geacht.
De toegestane goothoogte, bouwhoogte en dakhelling van bijgebouwen is weergegeven in een schema. Daarbij is van belang, dat mag worden aangesloten bij de dakhelling van het hoofdgebouw. De maximale oppervlakte mag 75 m2 bedragen bij een bebouwingspercentage van de te bebouwen gronden van 50. Dit lijkt een verruiming ten opzichte van eerdere plannen, maar komt voort uit het vertalen van (delen van) het oude artikel 19 lid 3 beleid (buitenplanse vrijstellingen) naar het bestemmingsplan. Er is voor gekozen om bepaalde zaken rechtens toe te staan.
Anti-dubbeltelregel
Deze regeling is opgenomen om een ongewenste verdichting van de bebouwing te voorkomen. Deze zou zich kunnen voordoen indien een deel van een bouwperceel dat reeds bij de berekening van een maximaal bebouwingspercentage was betrokken wederom bij een dergelijke berekening, doch nu ten behoeve van een ander bouwperceel wordt betrokken.
Algemene gebruiksregels
Voor de redactie van de gebruiksbepaling is de algemene formulering aangehouden. Deze gaat uit van de gedachte dat het gebruik uitsluitend mag plaatsvinden in overeenstemming met de bestemming. In beginsel is de bestemmingsomschrijving van de betreffende bestemming bepalend.
In verband met het schrappen van het bordeelverbod is in lid b expliciet opgenomen dat onder strijdig gebruik in ieder geval wordt verstaan het gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting. Het feit dat een bijzondere gebruiksbepaling is opgenomen betekent niet dat met behulp van een a-contrario-redenering ander gebruik toelaatbaar moet worden geacht. Het gebruik zal steeds moeten worden getoetst aan de bestemmingsomschrijving in samenhang met de plankaart en de bouwregels.
Algemene ontheffingsregels
In deze regel is aan burgemeester en wethouders een ontheffingsbevoegdheid toegekend voor een aantal nader omschreven ontheffingen.
Indien de plankaart niet geheel blijkt overeen te stemmen met de werkelijke afmetingen in het terrein kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen van het plan teneinde afwijkingen op ondergeschikte punten mogelijk te maken. De bepaling geeft de voorwaarden aan waaronder een dergelijke ontheffing kan worden verleend.
Het verlenen van ontheffing mag geen automatisme zijn. Burgemeester en wethouders zullen het verlenen van ontheffing moeten afwegen en motiveren conform het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht.
Algemene procedureregels
In dit artikel is voorgeschreven welke voorbereidingsprocedure moet worden gevolgd bij het voornemen tot het verlenen van ontheffing of het opleggen van een nadere eis.
Overgangs- en slotregels
Bouwwerken die op het tijdstip van de tervisielegging van het plan bestaan, in uitvoering zijn of mogen worden gebouwd krachtens een op dat moment reeds aangevraagde bouwvergunning mogen in beginsel gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, mits de bestaande afwijkingen naar hun aard niet worden vergroot. Bij de vraag of de afwijking wordt vergroot kan ook het gebruik relevant zijn.
In het tweede lid is het gebruiksovergangsrecht opgenomen. Bestaand gebruik mag in beginsel worden gehandhaafd. Ook is een uitsluitingsclausule opgenomen voor gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Illegale bouwwerken en/of illegaal gebruik vallen niet onder het overgangsrecht. Daarnaast eindigt de bescherming van het overgangsrecht indien het afwijkende gebruik langer dan een jaar wordt onderbroken.