Plan: | Raalte Kern, Doumaterrein |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0177.BP20220018-GV01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Raalte Kern, Doumaterrein van de gemeente Raalte;
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0177.BP20220018-GV01;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld, ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 sub c van de Wet ruimtelijke ordening;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een in de regels of verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten dan wel het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, al dan niet gericht op uiterlijke verzorging (zoals onder andere kapper, pedicure, manicure, gezichtsverzorging), waarvan de omvang in een woning met bijbehorende gebouwen past en waarbij de woonfunctie blijft behouden;
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een beroep aan huis dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
een gedeelte van een gebouw met een maximum hoogte van 3 m dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van een kap, tenzij in de regels anders is bepaald;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de waarde die is toegekend aan ruimtelijk relevante elementen en structuren in stedelijk en landelijk gebied die een beeld geven van de bewonings- en ontginningsgeschiedenis. Met andere woorden: de fysieke elementen in een landschap die het ingrijpen van de mens in de jaren tonen.
De cultuurhistorie omvat zowel het archeologisch, historisch (steden)bouwkundig, als het historisch-geografisch erfgoed;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of verhuren van goederen aan personen die, die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten met een baliefunctie aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten, waarbij het publiek (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder belwinkel en internetcafé;
het geheel van al dan niet incidentele dan wel al dan niet kortdurende, maar wel tijdelijke activiteiten , dat plaatsvindt bij een voor publiek toegankelijke gebeurtenis, zoals een feest, kermis, optocht, braderie, wedstrijd of andere bijeenkomst tot ontspanning of vermaak, of een vertoning, voorstelling of herdenking, waarbij het schenken van alcoholische dranken is toegestaan;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
onder gebruiken wordt mede verstaan het in gebruik geven en het laten gebruiken;
boven dan wel beneden en/of naast elkaar gesitueerde woningen waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is;
een afdekking van een gebouw, die geen horizontale of gebogen vlakken bevat, met uitzondering van dakkapellen of vergelijkbare onderdelen;
een op zichzelf staand al dan niet vrijstaand gebouw dat, door zijn vorm en/of constructie, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwvlak kan worden aangemerkt;
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie en niet zijnde een coffeeshop;
het bewonen van een woonruimte die deel uitmaakt van een woonruimte die door een ander huishouden in gebruik is genomen, met dien verstande dat dit slechts toegestaan is in het hoofdgebouw, dan wel in met het hoofdgebouw verbonden bijgebouwen en dat woningsplitsing en/of kamerbewoning niet toegestaan is;
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan, enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
een ruimte welke door haar aard, indeling en inrichting kennelijk is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijk administratieve aard zonder baliefunctie;
bouwwerken geen gebouwen zijnde van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijke;
bouwwerken geen gebouwen zijnde van culturele aard en bedoeld ter expositie al dan niet in de buitenlucht;
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en kinderopvang, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca bedrijf ten dienste van deze voorzieningen;
een rapport als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet milieubeheer;
een bouwwerk, al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een slechts van boven afgesloten ruimte van lichte constructie zonder dan wel met ten hoogste 1 wand;
een, ten behoeve van het stallen van voertuigen opgericht gebouw;
voor gebouwen, waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst:
een horizontaal vlak gelegen op 30 cm boven de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
in andere gevallen:
een horizontaal vlak gelegen op 10 cm boven de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
wegen en paden ten behoeve van voetgangers en niet gemotoriseerd verkeer;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
de plankaart van het Bestemmingsplan Raalte Kern, Doumaterrein, bestaande uit de kaart NL.IMRO.0177.BP20220018- en legenda;
in eerste aanleg:
de naar de weg toegekeerde gevel van een hoofdgebouw;
in andere gevallen:
de zijde van het hoofdgebouw waar zich de voordeur of hoofdingang bevindt danwel de plaats waar zich de hoofdontsluiting van het perceel bevindt;
de ten hoogste toelaatbare waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder dan wel het Besluit geluidhinder;
een inrichting als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen en vergunningen-besluit milieubeheer;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
de afstand tussen de perceelgrens en het dichtstbijzijnde punt van een bouwwerk;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Niet meegerekend worden ondergeschikte delen van het vlak zoals wolfseinden en dakkapellen en voor woningen maximaal één derde van de gezamenlijke goot- en/of boeibordlengten;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
op de verbeelding dient hart-op-hart van de grenzen te worden gemeten;
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, dan wel bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,75 m bedraagt, met uitzondering van liften, waarbij de bouwhoogte mag worden overschreden met niet meer dan 1 m.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
met daaraan ondergeschikt:
Op deze gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
met daaraan ondergeschikt:
Op deze gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van voor de voorgevel van en aansluitend aan woningen gelegen:
tot een diepte van 1,5 m, met dien verstande dat de totale oppervlakte van de overschrijding niet meer mag bedragen dan 5 m² en de lengte niet groter is dan 2/3 deel van de betreffende gevel, één en ander voorzover de afstand tot de perceelsgrens niet kleiner wordt dan 4 m.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, in relatie tot de bestemming 'Tuin', wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en/of bouwwerken voor detailhandel.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
met daaraan ondergeschikt:
Op deze gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
met daaraan ondergeschikt:
Het aantal woningen bedraagt maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal.
Op deze gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen ten behoeve van woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Voor overkappingen gelden in aanvulling op het bepaalde in 6.2.2 respectievelijk 6.2.3 de volgende regels:
Ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding – voorwaardelijke verplichting' geldt dat het bouwen van woningen slechts is toegestaan als uit akoestisch onderzoek is gebleken dat wordt voldaan aan:
Waarbij ook geldt dat:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de regel in 6.2.1 onder c en toestaan dat de dakhelling van hoofdgebouwen wordt verkleind tot niet minder dan 0°.
De in 6.5.1 vermelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
In overeenstemming met de bestemming is een gebruik van 35% of 50 m² van de woning voor een aan huis verbonden beroep en/of bedrijf, met in achtneming van de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, in relatie tot de bestemming 'Wonen - 1' wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.6.2 onder b voor het gebruik van een deel van het hoofdgebouw of bijgebouwen bij een woning als afhankelijke woonruimte (inwoning).
De in 6.7.1 vermelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien:
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
met daaraan ondergeschikt:
Het aantal woningen bedraagt maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal.
Op deze gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen ten behoeve van woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
In overeenstemming met de bestemming is een gebruik van 35% of maximaal 50 m² van de woning voor een aan huis verbonden beroep en/of bedrijf, met in achtneming van de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik met deze bestemming, in relatie tot de bestemming 'Wonen - 2' wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.4.2 onder b voor het gebruik van een deel van het hoofdgebouw of bijgebouwen bij een woning als afhankelijke woonruimte (inwoning).
De in 7.5.1 vermelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien
De voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen (basisbestemmingen), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de verwachte archeologische waarden.
Op de voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde' mag niet worden gebouwd.
Het bepaalde in 8.2 is niet van toepassing op:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de (basis)bestemming.
Een in 8.3.1 genoemde afwijking kan slechts worden verleend indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat, hetgeen kan blijken uit een rapport waarin de archeologische waarde van het terrein in voldoende mate is vastgesteld alsmede een advies daaromtrent van de regionaal archeoloog.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het aanleggen van burgemeester en wethouders de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 8.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
Een in 8.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien door de werken of werkzaamheden of door de direct of indirect te verwachten gevolgen daarvan geen bezwaar of nadeel ontstaat voor de bescherming van de archeologische waarden, hetgeen kan blijken uit een rapport waarin de archeologische waarde van het terrein in voldoende mate is vastgesteld.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is verboden de in het plan begrepen gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.
Onder een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van geluidgevoelige gebouwen zonder dat aangetoond is dat ten behoeve van de bouw van de woningen of andere geluidgevoelige gebouwen wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde of het in Bijlage 12 opgenomen ontheffingsbesluit hogere grenswaarde.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' gelden de volgende regels.
Voor het bouwen van gebouwen geldt dat een op grond van de bestemming toelaatbaar geluidgevoelig gebouw niet mag worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.1.1 en toestaan dat nieuwe geluidgevoelige gebouwen worden gebouwd, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, in relatie tot de aanduiding 'geluidzone - industrie' wordt in ieder geval gerekend het gebruik van niet-geluidgevoelige gebouwen als geluidgevoelige gebouwen.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.1.3 en toestaan dat niet-geluidgevoelige gebouwen worden gebruikt als geluidgevoelig gebouw, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
Een in 12.1 genoemde omgevingsvergunning kan worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Een bouwplan dient te voorzien in voldoende parkeermogelijkheden op de bij het bouwplan behorende en daartoe bestemde gronden. De toename van de parkeerbehoefte wordt bepaald op de wijze zoals beschreven in de beleidsregels 'Parkeernormen Raalte 2015'. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode wijzigen, gelden de gewijzigde regels.
Indien het wijzigen van het gebruik van gronden en/of bouwwerken daartoe aanleiding geeft, moet, voor wat betreft de toename in de parkeerbehoefte, in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op die gronden of op de bij die bouwwerken behorende en daartoe bestemde gronden. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de wijze zoals beschreven in de beleidsregels 'Parkeernormen Raalte 2015'. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode wijzigen, gelden de gewijzigde regels.
Tot een strijdig gebruik met de bestemming, voorzover gelegen binnen de gemeente Raalte, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden of bouwwerken als bedoeld in lid 13.2, indien niet wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de normering zoals deze is opgenomen in de op dat moment geldende beleidsregel "Parkeernormen Raalte 2015". Indien gedurende de planperiode de beleidsregels wijzigen, gelden de gewijzigde regels.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.3.1, indien voldaan wordt aan het gestelde in paragraaf 5.5. van de beleidsregels "Parkeernormen Raalte 2015". Indien gedurende de planperiode de beleidsregels wijzigen, gelden de gewijzigde regels.
Ruimte(n) voor het parkeren van voertuigen, voor zover de aanwezigheid van deze ruimte(n) krachtens deze parkeerregels is geëist, dient te allen tijde voor dit doel beschikbaar te blijven. Ander gebruik wordt aangemerkt als strijdig gebruik.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Raalte Kern, Doumaterrein'.